Financieel

Financiële positie
In de strategische visie Venlo 2030 zijn de ambities geformuleerd van de gemeente Venlo. Voor het realiseren van de maatschappelijke opgave van de stad op de lange termijn speelt de financiële positie een belangrijke rol. De financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijke rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te kunnen maken voor de (middel)lange termijn. Afwegingen waarbij de beantwoording van de 3W - vragen: wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? afgezet worden ten opzichte van de impact op de financiële positie.

De door uw raad vastgestelde strategische doelstelling luidt:
'het hebben van een duurzaam gezonde financiële huishouding'

De beoordeling van de financiële positie vindt plaats op basis van deze strategische en de van daaruit vastgestelde tactische doelstellingen.
Schematisch ziet dit er als volgt uit:

De tactische doelstellingen zijn elk voorzien van één of meerdere kengetallen. In de productenraming zijn de tactische doelstellingen met de specifieke kengetallen terug te vinden. Daarnaast worden deze kengetallen, inclusief analyse en beoordeling, uitgebreid toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing en in de paragraaf financiering.
Sluitende begroting - financieel resultaat:
Op 20 december 2017 is zowel de Financiële Rapportage (FinRap) als de 1e begrotingswijziging 2018 - 2021 door uw raad vastgesteld. In de FinRap 2017 werd op basis van de prognoses een negatief resultaat verwacht van € 17,8 miljoen. Het daadwerkelijke resultaat van de jaarrekening bedraagt, ten opzichte van de (gewijzigde) begroting, € 23,7 miljoen negatief en is hiermee € 5,8 miljoen nadeliger ten opzichte van de FinRap. Het resultaat is het resultaat na bestemming, rekening houdende met de verrekeningen met de reserves binnen de met uw gemeenteraad gemaakte afspraken zoals de verrekeningen met de algemene grondreserve.

Van het resultaat is volgens de huidige inzichten een bedrag van € 1,1 miljoen structureel nadelig. Ten tijde van het opmaken van de jaarrekening vindt nog een analyse plaats van de mogelijke structurele effecten van het aanvullend tekort binnen het sociaal domein van € 5,3 miljoen ten opzichte van de prognose in de FinRap. Zodra inzichtelijk is wat deze structurele effecten zijn, wordt u hierover geïnformeerd. De structureel nadelige effecten zijn nog niet verwerkt in de meerjarenbegroting 2018 - 2021. Voor wat betreft dit structureel nadeel worden bijsturingsmaatregelen geformuleerd en zijn onderdeel van de Voortgangsrapportage 2018 en Begroting 2019 - 2022.

Budgettair kader sociaal domein
Onderdeel van het resultaat is het resultaat budgettair kader sociaal Domein en bedraagt € 24,9 miljoen negatief. Het resultaat is daarmee in financiële zin € € 5,3 miljoen nadeliger dan de bij de FinRap voorzien (€ 19,6 miljoen negatief). Hierbij is destijds opgemerkt dat het nog steeds ging om een prognose, in de periodieke rapportages aan de raad is gemeld dat er een opwaartse druk zichtbaar was ten opzichte van de afgegeven prognoses.

Bij de behandeling van de FinRap en de eerste begrotingswijziging 2018 - 2021 op 20 december 2017 bent u uitgebreid geïnformeerd voor wat betreft de verslechterende prognosecijfers 2017-2021.

Gelijktijdig zijn er op 20 december 2017 besluiten genomen waarbij door bijsturing en keuzes tot bijstelling van de tekorten kan worden gekomen, zodanig dat er sprake kan zijn van een dalend verloop van de tekorten in 2018 en 2019 en financieel evenwicht per 1 januari 2020. Met een juiste en stringente uitvoering van het vastgestelde beleid en de uitvoering van aanvullende maatregelen zullen de bezuinigingen gerealiseerd moeten worden. Maatregelen die niet alleen in financiële zin maar ook maatschappelijk impact zullen hebben.

Uw raad wordt periodiek bijgepraat middels een separate monitoring door de programmamanager sociaal domein a.i. voor wat betreft de inhoudelijke en financiële resultaten budgettair kader Sociaal domein.

Voldoende weerstandscapaciteit
De doelstelling is het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van geïdentificeerde risico's, waarbij de risicobereidheid is: "Venlo wil geen risicomijdende gemeente zijn. Risico's dienen inzichtelijk gemaakt en genomen te worden. Dit houdt in, het voeren van een risicomanagement waarbij ook naar de dekking wordt gekeken en waarin alle soorten risico's worden weergegeven".

De integrale ratio weerstandsvermogen bedraagt op basis van de direct beschikbare middelen 0,01 en bevindt zich hiermee substantieel onder de streefnorm van 1,0. Dit betekent dat er in verhouding vrijwel geen middelen voorhanden zijn om de gekwantificeerde risico's af te dekken.

De uitkomst is lager dan de primitieve begroting 2017 (0,91) en in lijn met de verwachting bij de FinRap 2017 (-0,01). De samenstelling ten opzichte van de FinRap is wel gewijzigd. De volgende wijzigingen hebben zich voorgedaan ten opzichte van de FinRaP: een negatievere ontwikkeling voor wat betreft het jaarrekeningresultaat van € 5,9 miljoen negatief, een positievere ontwikkeling van de algemene grondreserve van € 3,4 miljoen voordelig en een mindere afname van de overige bestemmingsreserves van € 2,5 miljoen voordelig. Aan de andere kant is het risicoprofiel toegenomen met per saldo € 2,2 miljoen nadelig.

Bij de behandeling van de begroting 2018 - 2021 heeft u besloten de algemene reserve te versterken door een herstructurering binnen het eigen vermogen. Wij hebben hierbij (gedeeltelijk) de reserves met een inkomensfunctie (afschrijvingsreserves) laten vrijvallen ten gunste van de algemene reserve tot een bedrag van € 30,4 miljoen.

Op 15 februari 2018 zijn de parkeergarages verkocht met een incidenteel positief verkoopresultaat van per saldo € 9,2 miljoen voordelig. Overeenkomstig de besluitvorming wordt dit bedrag toegevoegd aan de algemene reserve. Op basis van deze maatregelen begeeft de ratio weerstandsvermogen 2018 zich, op basis van de eerste begrotingswijziging 2018, rond de 0,86.

Er zal strak gestuurd moeten worden op het verminderen van de gekwantificeerde risico's en/of de omvang van de weerstandscapaciteit om de ratio weerstandsvermogen niet verder te laten verslechteren en zo mogelijk te verbeteren.

De solvabiliteitsratio (9%) is lager dan bij de primitieve begroting verwacht werd (15%), in lijn met de verwachting bij de FinRap (9%) en bevindt zich ruim onder de door u vastgestelde streefwaarde van ≥ 20%. Tevens bevindt de solvabiliteitsratio zich ruim onder het gemiddelde van gemeentes grootte 100.000 - 300.000 inwoners (in 2016 bedroeg de solvabiliteitsratio gemiddeld 28% voor de steden met 100.000 - 300.000 inwoners en gemiddeld 35% voor Nederland als totaal). Versterking van het weerstandsvermogen blijft een noodzakelijk en belangrijk aandachtspunt.
Als aanvullende maatregel voor versterking van het vermogen heeft u op 20 december 2017 (Raadsbesluit 2017-80) besloten dat alle éénmalige en structurele (voordelen) overschotten bestemd worden ter versterking van enerzijds het weerstandsvermogen (minimaal ≥ 1,0) en anderzijds ter versterking van de solvabiliteitsratio (streefwaarde ≥ 20%).

Wendbare begroting
Bij deze doelstelling gaat het om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Het kapitaallastenplafond is in 2017 structureel niet overschreden.

De structurele exploitatieruimte is voor 2017 substantieel negatief en bedraagt -5,3%. Deze ratio ligt daarmee substantieel onder hetgeen bij de begroting werd verwacht (+0,3%) en ligt onder hetgeen bij de FinRap werd verwacht (-3,8%). De ratio ligt substantieel onder de streefwaarde van >=0% die uw raad heeft vastgesteld. Dit betekent dat op basis van deze jaarrekening, zonder bijsturingsmaatregelen, onze structurele lasten niet gedekt worden door structurele baten, hetgeen onze financiële positie substantieel verslechterd.
Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het resultaat budgettair kader Sociaal Domein en is, zonder (bij)sturingsmaatregelen, structureel van aard. Zoals aangegeven bij de doelstelling 'sluitende begroting' zijn er bij de eerste begrotingswijziging 2018 - 2021 besluiten genomen die moeten leiden een positief begrotingssaldo in 2019 en evenwicht in het sociaal domein vanaf 2020.

Voor wat betreft het structureel nadeel van deze jaarrekening (volgens de huidige inzichten € 1,1 miljoen exclusief uitkomsten analyse aanvullend tekort sociaal domein ten opzichte van FinRap) worden bijsturingsmaatregelen geformuleerd en/of worden deze betrokken bij de integrale afweging van de Voortgangsrapportage 2018 en Begroting 2019 - 2022.

Acceptabele schuld
De doelstelling is dat de schuldpositie van de gemeente Venlo zich op een acceptabel niveau bevindt. De schuldquotes (84% en 75%) bevinden zich in 2017 ruim binnen de door u vastgestelde streefwaarden (resp. ≤ 130% en ≤ 100%)en zijn lager dan op basis van de FinRap verwacht werd (resp. 91% en 82%).

De solvabiliteitsratio (9%) is lager dan bij de begroting verwacht werd (15%) en licht hoger dan verwacht bij de FinRap (9%) maar bevindt zich ruim onder de door u vastgestelde streefwaarde van ≥ 20%, zie hierbij de eerder gegeven toelichting.

De schuld per inwoner is relatief hoog ten opzichte van landelijke gemiddelden. De netto schuld per inwoner bedraagt in 2016 voor Venlo € 2.634. Het landelijk gemiddelde bedraagt € 1.903 en het gemiddelde voor de gemeentegrootte 100.000 -300.000 inwoners € 2.475 (Uit: www.waarstaatjegemeente.nl).

Conclusie financiële positie
De ontstane problematiek binnen voornamelijk het sociaal domein heeft een forse impact op de totale financiële positie. Voor de periode 2016 - 2018 wordt alleen al voor wat betreft de (voorziene) tekorten bijna € 45 miljoen ingeteerd op ons vermogen, specifiek de algemene reserves.

Op 20 december 2017 bij de eerste begrotingswijziging zijn er besluiten genomen waarbij door bijsturing en keuzes tot bijstelling van de structurele tekorten binnen het sociaal domein kan worden gekomen, zodanig dat er sprake kan zijn van een dalend verloop van de tekorten in 2018 en 2019 en financieel evenwicht in 2020. Daarnaast zijn er maatregelen geformuleerd om, voor wat betreft het totaal van de gemeentelijke begroting, in financieel evenwicht te komen in 2019.

Met een juiste en stringente uitvoering van het vastgestelde beleid en de uitvoering van aanvullende maatregelen zullen de bezuinigingen gerealiseerd moeten worden. Maatregelen met enerzijds impact in financiële zin maar ook in maatschappelijke zin. Een strakke monitoring en rapportage op de realisatie van de opgaven is noodzakelijk zodat (tijdig) bijsturen mogelijk wordt gemaakt.

De financiële positie is zorgelijk en complex. Het voeren van een stringent begrotingsbeleid en strakke budgetdiscipline is randvoorwaardelijk om binnen de financiële kaders te blijven. Daarnaast is het belangrijk dat de 'aanslag' op het vermogen weer substantieel wordt aangevuld. Formulering van maatregelen die leiden tot aanvullende begrotingsoverschotten die toegevoegd worden aan het (eigen)vermogen, met andere woorden 'sparen'. Belangrijk is ook dat nadrukkelijk uitvoering gegeven wordt aan het op 20 december 2017 genomen raadsbesluit (Raadsbesluit 2017-80): alle éénmalige en structurele (voordelen) overschotten worden bestemd ter versterking van enerzijds het weerstandsvermogen (minimaal ≥ 1,0) en anderzijds ter versterking van de solvabiliteitsratio (streefwaarde ≥ 20%).

Op basis van de door uw raad vastgestelde 'spelregels' is het belangrijk dat uw raad, ons college en het ambtelijk apparaat tijdig anticiperen op (niet voorziene) financiële implicaties door het tijdig en concreet bijsturen en door het treffen van (beleidsinhoudelijke) maatregelen. Het tijdig rapporteren van ons college aan uw raad voor wat betreft de inhoudelijke en financiële resultaten is hierbij van essentieel belang. Hiervan zijn wij ons terdege bewust en hebben hierin de noodzakelijke maatregelen getroffen en hebben hierover afspraken gemaakt met uw raad.

Voor wat betreft de exploitatie en de balansprognoses 2017 - 2021 zijn steeds de prognose scenario's als uitgangspunt genomen van zowel de VoRaP en FinRap 2017 als de begroting 2018 - 2021 inclusief de 1e begrotingswijziging.

Voor meer informatie en de structurele vertaling voor de financiële problematiek zoals bekend was bij de FinRap 2017 en begroting 2018-2021 wordt verwezen naar raadsbesluit 2017-80 '1e wijziging Programmabegroting 2018 - 2021' en raadsbesluit 2017 - 83 'Financiële rapportage (FinRap) 2017'.

Toezicht provincie Limburg
Er is sprake van een positief besluit van de provincie Limburg voor wat betreft het door de provincie te hanteren toezichtregime 2018. Dit is echter geen vanzelfsprekendheid voor de toekomst. De Provincie is van mening dat de financiële positie van Venlo zorgelijk en complex is en dat zij zich grote zorgen maakt voor wat betreft de ontwikkelingen in het sociaal domein en dat Venlo voor grote inhoudelijke en financiële uitdagingen staat. Uitdagingen waarbij een stringent begrotingsbeleid, strakke budgetdiscipline en versterking van het vermogen noodzakelijke en belangrijke randvoorwaarden zijn. Een nadrukkelijke bevestiging van de boodschap die ook in de begroting(swijziging) 2018-2021 is opgenomen en een oproep om deze ook concreet uit te voeren.

Tabel 1: Financieel resultaat 2017

bedragen x €1.000

Begroting na wijziging 2017

Rekening
2017

%

Verschil

Baten

374.273

384.031

103%

9.758

Lasten

378.011

410.167

109%

-32.156

Totaal saldo baten en lasten

-3.738

-26.136

699%

-22.398

Onttrekkingen aan reserves (baten)

16.699

18.083

108%

1.384

Toevoegingen aan reserves (lasten)

12.961

15.603

120%

-2.643

Totaal saldo verrekeningen met reserves

3.738

2.480

66%

-1.259

Totaal resultaat

-23.656

-23.656

Navolgend wordt het resultaat toegelicht.

Exploitatieoverzicht

Tabel 2: Financieel resultaat 2017 per programma (incl. verrekeningen met reserves)

bedragen x €1.000

Begroting na wijziging 2017

Rekening
2017

%

Verschil

Programma 01 Bestuur & Publieke dienstverl.

-3.802

-4.037

106%

-234

Programma 02 Openbare orde en Veiligheid

-8.933

-8.802

99%

130

Programma 03 Participatie & werkgelegenheid

-32.738

-33.759

103%

-1.021

Programma 04 Zorg en Welzijn

-115.028

-137.746

120%

-22.718

Programma 05 Onderwijs en Jeugd

-11.099

-11.223

101%

-123

Programma 06 Economie en Toerisme

-4.122

-5.404

131%

-1.282

Programma 07 Sport- en Cultuurbevordering

-5.792

-6.044

104%

-252

Programma 08 Ontwikkeling Centrumstad

-13.473

-13.551

101%

-78

Programma 09 Verkeer en Bereikbaarheid

420

826

196%

406

Programma 10 Wonen en Leefomgeving

-6.570

-6.317

96%

253

Totaal resultaat

-23.656

-23.656

Over de programma's zijn een aantal verschillen te zien. Met name de programma’s "Participatie & werkgelegenheid", "Zorg en Welzijn" en "Economie en Toerisme" vallen op met een verschil groter dan € 1 miljoen.

Voor een inhoudelijke toelichting op de programma's wordt verwezen naar hoofdstukken "2 Programmaverantwoording" en "4.1 Overzicht van baten en lasten en de toelichting".

Toelichting voorlopig rekeningresultaat

Navolgende tabel geeft het resultaat 2017 weer.

Navolgend worden de onderdelen nader toegelicht.

Ad 1. Reguliere baten en lasten (excl. budgettair kader Sociaal Domein)
Tabel: Afwijkingen t.o.v. begroting groter dan € 250.000

Gemeentefonds
De uitkeringen uit het gemeentefonds zijn doorgerekend op basis van de mei-, september- en decembercirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het voordeel bedraagt per saldo € 2,2 miljoen. Het voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • € 1,9 miljoen voordelig als gevolg van een hoger accres. Accres is de koppeling van de uitkeringen aan de hoogte van de rijksuitgaven, het zogenaamde "Samen de trap op en samen de trap af" met het Rijk;
  • € 0,3 miljoen als gevolg van wijzigingen in hoeveelheden op maatstaven en compensatie van kosten voor verhoogde asielinstroom.

Toeristenbelasting
Na afloop van het 2e kwartaal 2017 is het definitieve aantal overnachtingen over 2016 door BsGW gerapporteerd. Hieruit blijkt dat het aantal werkelijke overnachtingen in 2016 fors hoger was dan geraamd. Dit resultaat is overeenkomstig de prognoses van de FinRap. Van het totale voordeel ad € 474.000 is een meeropbrengst van € 130.000 als structureel aan te merken.

Post onvoorzien
De post onvoorzien maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit en bedraagt bij de primitieve begroting € 0,5 miljoen. Hiervan is middels een begrotingswijziging € 0,1 miljoen ingezet in 2017 voor aanschaf van drie veiligheidscamera's (cameratoezicht) en vooronderzoek gemeenteraad naar Q4. Hierdoor resteert op de post onvoorzien een bedrag van € 0,4 miljoen. Deze € 0,4 miljoen maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit in voorliggende jaarstukken 2017.

Parkeren
De parkeergarages, de parkeerterreinen en het straatparkeren leverden meer inkomsten op dan begroot. Dit komt door:

  • Meer bezoekers in het laatste kwartaal en een beter draaiende Roermondsepoort is het eindresultaat € 75.000 hoger dan begroot;
  • Ook is er € 0,4 miljoen meer aan parkeergelden uit straatparkeren opgehaald. Hiervan was via het raadsvoorstel 2017-80 "1e wijziging Programmabegroting 2018-2021" reeds € 0,3 miljoen aan uw Raad gemeld;
  • Er is voor € 70.000 minder aan naheffingsaanslagen opgelegd dan begroot.  
  • Er zijn minder kosten gemaakt door het later openen van het Arsenaalplein. Ook kon als gevolg van de sluiting de parkeergarages Arsenaal en Roermondsepoort het eigen personeel efficiënter worden ingezet waardoor we sommige diensten niet hoefden in te kopen.

Armoedebeleid
In de prognose van de FinRap 2017 was een voordeel van € 0,4 miljoen voorzien. Uiteindelijk is er meer uitgegeven waardoor de bijdrage lager is. De reden hiervoor is dat de kosten bijzondere bijstand jaarlijks oplopen doordat er steeds meer mensen onder bewindvoering komen te staan. De kantonrechter beslist of er een bewind wordt toegekend. In veel gevallen worden de kosten voor bewind via de bijzondere bijstand vergoed (afhankelijk van de financiële situatie van de onder bewindgestelde). De vergoeding voor bewindvoeringskosten zijn een grote post binnen het armoedebeleid.
BUIG
Het resultaat ten opzichte van de FinRap 2017 wordt met name door twee componenten veroorzaakt: € 0,6 miljoen voorschot / kasschuif als gevolg van de verhoogde asielinstroom en ca. € 0,3 miljoen daling bijstandsvolume als gevolg van economische groei en door meer aanmeldingen van vacatures bij het werkgeverspunt.

Passend woningaanbod
In 2012 is gebruik gemaakt van de zogenaamde afkoopmethodiek voor het verstrekken van de starterslening. Niet de gemeente, maar SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting) droeg toen zorg voor financiering van de startersleningen. De gemeente betaalde alleen een premie van 30% van elke lening aan SVn. Met de beschikbare middelen konden daardoor drie keer zoveel leningen verstrekt worden dan met de reguliere methode. Er is echter, naar nu blijkt, geen rekening gehouden met het feit dat betaalde premies niet terugvloeien naar de gemeenterekening van SVn. Betaalde premies zijn immers geen leningen. Hierdoor dient er alsnog voor een bedrag van ca. € 0,3 miljoen aan betaalde premies uit het verleden als verlies ten laste van de jaarrekening 2017 te worden gebracht. Na 2012 is overigens weer gebruik gemaakt van de reguliere methodiek en vloeien middelen wel weer terug naar de gemeenterekening.

Binnensport
De belangrijkste oorzaak van het tekort is een wijziging van het tariefstelsel in verband met de fiscale wijzigingen (BTW). Dit levert is een structureel tekort aan inkomsten op van ca. € 0,2 miljoen op binnensportaccommodaties. Daarnaast is er een overschrijding van ca. € 0,1 miljoen door uitbesteding van werkzaamheden om openstelling van het zwembad mogelijk te houden.

Onroerende zaakbelasting
Bij het opmaken van de jaarrekening 2016 (€ 0,15 miljoen nadelig) en 2017 (€ 0,2 miljoen nadelig) zijn nog enkele grote bezwaren inzake de WOZ - waarde afgewikkeld en is de zogenaamde woondelenvrijstelling afgewikkeld (de overheveling van panden van zorginstellingen van niet - woningen naar woningen). Het structurele effect bedraagt € 0,15 miljoen. In de FinRap is een prognose afgegeven van € 0,15 miljoen nadelig zijnde het nadeel dat betrekking had op 2016.

Voorziening voormalig personeel
In 2017 is een voorziening ad € 0,5 miljoen getroffen voor toekomstige verplichtingen richting voormalig personeel. Hoewel deze verplichtingen in de komende jaren worden geëffectueerd zijn wij op grond van de verslaggevingsvoorschriften genoodzaakt deze voorziening bij jaarrekening 2017 te treffen.

Besparingsverliezen
Dit product stelposten bestaat o.a. uit diverse bezuinigingstaakstellingen. In de FinRap is al aangegeven dat deze bezuinigingstaakstellingen niet gehaald zullen worden. Toen is een prognose van - € 540.000 aangegeven.
Het niet realiseren van bezuinigingstaakstellingen van € 0,53 miljoen. Zoals vermeld bij de prognoses in de VoRap en FinRap zijn de volgende bezuinigingstaakstellingen niet gerealiseerd:

  • taakstelling inkoop € 0,12 miljoen nadelig;
  • taakstelling deregulering / minder toezicht / bureaucratie € 0,25 miljoen nadelig;
  • taakstelling subsidiebeheer € 0,16 miljoen nadelig.

Bij de integrale afweging van de Voortgangsrapportage 2018 en Begroting 2019 - 2022 worden de besparingsverliezen betrokken.

Ontwikkelbedrijf Greenport BV , Campus CV en Campus BV
Het nadeel van per saldo € 1,5 miljoen negatief wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende componenten:

  • De negatieve resultaten van de concept-jaarrekeningen van de Campus Vastgoed Greenport Venlo C.V. en BV Campus Vastgoed Greenport Venlo vergen een afwaardering van ons aandeel van in totaal € 1,1 miljoen. Het negatieve resultaat van de CV is het gevolg van een afwaardering van de Innovatoren (stelselwijziging in de waardebepaling) en het negatieve resultaat van de BV is mede het gevolg van de afwaardering van de onrendabele investering in de Villa Flora om de exporuimte geschikt te maken voor onderzoeksfaciliteiten. De prognose over 2018 en verder van de CV is positiever omdat recent bekend is geworden dat de Innovatoren volledig en langjarig verhuurd  is.
  • De dividenduitkering van de Campus Greenport Venlo en het Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo B.V. zal naar verwachting in juni 2018 bij de vaststelling van de jaarrekening 2017 worden uitgekeerd en moet verslaggeving technisch worden verantwoord in 2018 in plaats van 2017. Dit betekent een éénmalig verlies van € 0,4 miljoen in 2017.
  • In de FinRap is eerder gemeld dat vanuit Campus Greenport BV geen dividend zal worden uitgekeerd omdat een verlies wordt verzien.
  • De positieve resultaten van het Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo in 2017 kunnen pas worden ingerekend aan het einde van de looptijd van de grondexploitaties.  

Overige afwijkingen <€ 250.000
Dit betreft het totaal van alle overige afwijkingen < € 250.000, zowel vóór- als nadelig. De grotere componenten in deze post zijn: een voordeel als gevolg van vrijval voorziening uit de pensioenen wethouders (€ 0,2 miljoen), een voordeel als gevolg van incidenteel lagere verplichting omgevingswet (€ 0,2 miljoen), nadeel werken voor de gemeente Venray (€ 0,2 miljoen), nadeel zorg- en veiligheidshuis (€ 0,2 miljoen),nadeel reisdocumenten (€ 0,2 miljoen), nadeel overige vergunningen Veiligheid Toezicht Handhaving (€ 0,2 miljoen) en nadeel Werken voor en nadeel ESF-verantwoording (€ 0,2 miljoen)

Ad 2. Budgettair kader Sociaal Domein
Voor een toelichting bij het budgettair kader Sociaal Domein verwijzen wij u naar de gelijknamige paragraaf (hoofdstuk 3.1). In paragraaf 3.1.3 treft u een analyse aan van het financieel resultaat 2017 met betrekking tot het Sociaal Domein.

Ad 3. Personeelsbegroting, ILB en organisatieontwikkeling
In het kader van gelijksoortige kostensoorten (personele lasten) worden de personeelsbegroting, organisatieontwikkeling en individueel loopbaanbudget net als in de FinRap 2017 gezamenlijk gepresenteerd.

Het resultaat op de personeelsbegroting (uitvoering van reguliere taken) bedraagt € 1 miljoen nadelig (prognose FinRap: € 0,8 miljoen nadelig). Deze € 1 miljoen is te verdelen in reguliere exploitatie (taken) en projecten. Het concernresultaat met betrekking tot de reguliere taken levert per saldo een voordelig resultaat van € 0,2 miljoen op, het resultaat op de projecten bedraagt € 1,2 miljoen nadelig.

De vrijval vanuit de reserve Individueel Loopbaan Budget (ILB) bedraagt ca. € 0,7 miljoen voordelig (prognose FinRap 2017: € 0,8 miljoen voordelig).

In het kader van inzet personele capaciteit in relatie tot het organisatieontwikkel-traject wordt een bedrag van € 0,6 miljoen middelen vanuit het budget organisatieontwikkeling toegerekend aan de personeelskostenbegroting (prognose FinRap: € 0,5 miljoen). Het betreft hier inzet van extra personele capaciteit en frictiekosten.

Het totaal te verwachten resultaat van personeelskostenbegroting, organisatieontwikkeling en ILB bedraagt derhalve€ 0,3 miljoen voordelig.

Samenvatting grondbedrijf
Zoals aangekondigd in de VoRap en FinRap zijn bij de herziening van de grondexploitaties Q4 en Venlo Centrum Zuid de gevolgen van de herprogrammering stedelijk centrum (raadsbesluit van 20 december 2017) financieel verwerkt. In totaliteit, dus inclusief alle andere ontwikkelingen in deze exploitaties levert dit een tekort op van circa € 4,0 miljoen. Dit is ten laste gebracht van de Algemene Grondreserve, waardoor deze met een lager saldo sluit dan afgelopen jaren. Bij de FinRaP werd voor wat betreft de herprogrammering het ‘worst – case’ scenario gepresenteerd van € 4,8 miljoen nadelig.

De Algemene Grondreserve bedraagt ultimo 2017 € 4,4 miljoen. Dat is lager dan bij de vorige jaarrekening, maar hoger dan de verwachting was ten tijde van de vaststelling van de begroting en Nota Grondbedrijf 2018. Incidentele grondverkopen (o.a. aan het Limburgs Landschap), verkoop van vastgoed (stadion de Koel) en vervallen verplichtingen leverden tegen het einde van het boekjaar nog € 1,9 miljoen op. Vervroegde winstneming was niet mogelijk.

De Voorziening Nadelige Exploitatieresultaten is gebaseerd op de contante waarden van de grondexploitaties met een nadelig saldo per 31 december 2017. Deze voorziening bedraagt € 37,4 miljoen.

Verder werden 6 nieuwe grondexploitaties gestart (zoals Teuniswijk en herontwikkeling Arsenaallocatie) en 3 afgesloten met per saldo een neutraal resultaat.

Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de paragraaf en de bijlagen grondbedrijf in deze jaarrekening 2017.

Restantkredieten
Bij de behandeling van de begroting 2017-2020 heeft het college besloten een bestuursopdracht voor het doorlichten van de (restant)investeringskredieten met als eerste doel invulling te geven aan de taakstelling van € 250.000. Deze taakstelling is gerealiseerd en via de begroting 2018-2021 verwerkt. Daarnaast zijn er in dit onderzoek afspraken gemaakt voor wat betreft de restantkredieten t/m 2017.

De volgende criteria zijn hierbij gehanteerd:
a. Geen concrete verplichtingen opgevoerd in het financiële systeem;
b. De genoemde argumenten / analyse voor behoud van kredieten wijkt af van de benoemde argumenten bij bestuursopdracht;
c. De redenen voor het behouden van de kredieten niet/onvoldoende toegelicht worden waardoor ook niet duidelijk wordt of de te verwachten uitgaven passen binnen de doelstelling van de oorspronkelijke kredietvotering;
d. Afgelopen jaar (2017) zijn de uitgaven ten behoeve van deze kredieten beperkt gebleven.
Op basis hiervan kunnen de volgende kredieten worden afgesloten:

De afgeronde kredieten in het jaar 2017 hebben een onderschrijding ten opzichte van het oorspronkelijk krediet van € 2,8 miljoen. De € 2,8 miljoen bestaat uit vrijval van € 1,1 miljoen krediet als gevolg van de bestuursopdracht en € 1,7 miljoen krediet in verband met reguliere afsluiting.
Op 31-12-2017 is het restantkrediet € 132,3 miljoen, waarvan € 117,7 miljoen van de lopende kredieten gereed zal komen in de jaren 2019 en verder.
Vergeleken met de stand van 31-12-2016 (€ 71,5 miljoen) zien we een stijging in de hoogte van de restantkredieten. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de votering in 2017 van de kredieten Ondertunneling Vierpaardjes (€ 45 miljoen), Overdracht voormalig gebouw Raad van Arbeid (3 miljoen) en Verbetermaatregelen gebouw Museum van Bommel van Dam (6,8 miljoen).

Bij de begrotingsbehandeling 2018-2021 is een amendement vastgesteld, waarbij er een incidentele taakstelling op de kapitaallasten is vastgesteld van € 83.000 incidenteel in 2019.
De wijziging in kapitaallasten als gevolg van de totale krediet onderschrijding van € 2,8 miljoen wordt in de meerjarenbegroting en via de voortgangsrapportage 2018 verwerkt, waarbij ook verdere invulling wordt gegeven aan de incidentele taakstelling in 2019 op de kapitaallasten.